Betere Ondersteuning Naasten van mensen met verslaving
Werkpakket: Sociaal Vitaal, Zelf Vitaal
Verslaving is een groot maatschappelijk probleem dat veel leed veroorzaakt bij de mensen die zelf worstelen met een verslaving én bij hun naasten. Er wordt geschat dat elke verslaving de levens van vier mensen net zo zeer ontwricht als het leven van de persoon met de verslaving zelf. Deze naasten lopen lichamelijke en psychische gezondheidsrisico’s. Als zij bijvoorbeeld een depressie, angststoornis of PTSS hebben opgelopen, kunnen zij terecht in de reguliere gezondheidszorg. Preventieprogramma’s zijn er niet of nauwelijks voor deze omvangrijke groep, met uitzondering van gemeentelijke programma’s voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen en Kinderen van Verslaafde Ouders.
Doelen
Onderzoeken hoe volwassen naasten van verslaafden beter bereikt en ondersteund kunnen worden om lichamelijke en psychische klachten te verminderen of voorkomen.
Ontwikkelen van een ondersteuningsinterventie voor volwassen naasten. In het eind 2018 in Preventieakkoord staat dat er in 2020 een landelijk aanbod voor naasten moet zijn geïmplementeerd.
Ontwikkelen van een onderwijsaanbod voor hogescholen om toekomstige professionals toe te rusten voor verslavingsproblematiek en ondersteuning van naasten.
Onderwijs
Bij project BON zijn studenten van Hogeschool Rotterdam betrokken via de minoren ‘Kind en Jeugd’, ‘Wijkverpleging’, ‘Arbeid, gezondheid en welzijn’, en vanuit de minor GGZ van Hogeschool Leiden. Honderd studenten die meededen aan het onderzoek van Profielen Magazine, het onafhankelijke nieuwsmagazine van Hogeschool Rotterdam, doen mee aan vervolgonderzoek.
Resultaten
Resultaten van het onderzoek van Dorine van Namen onder de hele studentenpopulatie van Hogeschool Rotterdam zijn gepubliceerd in een special van Profielen Magazine. Daaruit bleek dat 15,6% van de respondenten (N=5.662) een vader/moeder, broer/zus of partner heeft met gezondheids- en/of gedragsproblemen vanwege alcohol-, drugs- en/of medicijngebruik. Deze studenten lopen vaker studievertraging (20,9%) op én verkeren in een slechtere lichamelijke (19,2%) en psychische (32,6%) gezondheid dan studenten bij wie in het gezin geen middelenmisbruik is (respectievelijk 16,4%, 11,0% en 16,9%).
Financiering
Hogeschool Rotterdam